|
Het kindje Jezus is geboren.
|
|
Maria is een trotse moeder.
|
|
|
|
Jozef is ook blij met zijn zoon.
|
|
De engeltjes komen.....
|
|
...de herder vertellen dat er in een stal in Bethlehem een kindje is geboren.
|
|
|
|
De herder volgen de stralende ster naar de stal.
|
|
|
|
De, drie wijzen uit het oosten, hebben ook de ster gezien en komen ook een kijkje nemen.
|
[ 1 ] [ 2 ]
[ 3 ]
[ 4 ]
[ 5 ]
[ 6 ]
[ 7 ]
[ 8 ]
[ 9 ]
[ 10 ]
[ _ ]
[ 12 ]
|
|