Rusig blijven.

 

Het publiek heeft het niet meer.

 

.................

 

...............

 

Huilen van spanning.

 

Nog snel een schietgebedje.

 

...............

 

De optekenaar houdt alles nauwlettend in de gaten.

 

De voorlaatste sjöt.

 

...............

 

[ 1 ] [ 2 ] [ 3 ] [_ ] [ 5 ] [ 6 ] [ 7 ] [ 8 ] [ 9 ] [ 10 ] [ 11 ] [ 12 ]